Bescherm je dier, maar doe het bewust!

  • Datum: 09-05-2024
  • Geschreven door: Ellen
Terug naar overzicht

Parasieten kunnen heel vervelend zijn en bovendien nare ziektes overbrengen op je huisdier. Daarom is het belangrijk je dier te beschermen!

Bescherm je dier, maar doe het bewust! 

Parasieten kunnen heel vervelend zijn en bovendien nare ziektes overbrengen op je huisdier. 
En soms kunnen mensen daar zelf ook ziek van worden. Daarom is het belangrijk je dier te beschermen!

Maar met middelen tegen parasieten moet je wel zorgvuldig omgaan. Verkeerd gebruik kan gevolgen hebben voor je dier. 
Daarnaast kunnen bestrijdingsmiddelen ook in het milieu terecht komen en daar voor schade zorgen. De boodschap is daarom: 'Bescherm je dier milieubewust’.

Wat zijn parasieten? 
De parasieten die bij onze huisdieren voorkomen, zijn kleine beestjes die een ander dier nodig hebben om te kunnen blijven leven en zich te kunnen voortplanten. Voorbeelden van parasieten zijn vlooien, mijten, luizen, teken en wormen. Ze drinken bijvoorbeeld het bloed van je dier of leven in zijn lichaam; bijvoorbeeld in de darmen of longen. Daardoor beschadigen ze het weefsel en kunnen ze ziekte veroorzaken. 
Ze kunnen ook andere ziekteverwekkers meenemen, zoals virussen of bacteriën die bijvoorbeeld tijdens het drinken van bloed in het bloed van je dier kunnen komen. En sommige parasieten brengen op die manier weer andere parasieten over. Zo kunnen lintwormen, parasieten die in de darmen leven, worden overgebracht door vlooien, parasieten die bloed drinken.

Infecties bij dier én mens 
Bekende infecties met parasieten zijn bijvoorbeeld infecties met Giardia, hartworm, Leishmania, spoelwormen, vogelmijt (‘bloedluis’) en uiteraard de alom bekende vlooieninfecties die tot een ware plaag kunnen uitgroeien. Ziektes die kunnen worden overgedragen zijn bijvoorbeeld de ziekte van Lyme bij honden, paarden én mensen (door teken) of myxomatose en RHD bij konijnen (door muggen en andere stekende insecten of vlooien).

Ook kattenkrabziekte bij de mens is te danken aan vlooien: ze kunnen de bacterie Bartonella, die deze ziekte veroorzaakt, overbrengen op je kat. Zo zijn er nog meer parasieten waar ook mensen ziek van kunnen worden via een huisdier, zoals spoelwormen en de Toxoplasma parasiet. Vooral voor kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met verminderde afweer kan dat gevaarlijk zijn.

Het juiste middel op de juiste manier 
Bescherming tegen parasieten is dus echt nodig om allerlei ellende te voorkomen. Daarbij is het erg belangrijk dat je de aanwijzingen in de bijsluiter van het bestrijdingsmiddel goed volgt. Zorg dat je het juiste middel hebt voor jouw dier, want niet elk middel kan voor alle diersoorten gebruikt worden. Zo mag je middelen met permethrin nooit aan katten geven, want daaraan kunnen ze dood gaan.

Kijk ook goed wat de dosering is en houd je daaraan. Geef je te weinig, dan helpt het niet; geef je te veel, dan kan dat ongezond zijn voor je dier.

Vraag aan je dierenarts welk middel je het beste kunt gebruiken. Ook in dierenspeciaalzaken kunnen mensen werken die zich hierin verdiept hebben en je goed kunnen adviseren. Vertel altijd duidelijk voor wat voor dier het middel bedoeld is: welke soort, welk ras en hoe oud je dier is.

Alternatieven? 
De laatste tijd zijn er steeds meer mensen die allerlei ‘huismiddeltjes’ en alternatieve middelen gebruiken. Dat is lang niet altijd verstandig. Veel van dat soort middelen werken niet, waardoor je dier risico blijft lopen op een infectie. En sommige hebben bijwerkingen die schadelijk kunnen zijn voor je dier. Zo is het bijvoorbeeld niet verstandig om je dier knoflook te geven om vlooien en andere parasieten tegen te gaan. Knoflook is namelijk giftig voor honden en katten. Ga je zelf met teentjes knoflook aan de slag, dan weet je niet hoeveel je dier precies binnenkrijgt en of dat schadelijk kan zijn! Voor konijnen en knaagdieren is knoflook natuurlijk sowieso uit den boze, ze krijgen er maagdarmproblemen van. Wil je een alternatief middel gebruiken, overleg dat dan met je dierenarts.

Denk ook aan het milieu! 
Bestrijdingsmiddelen hebben natuurlijk ook invloed op het milieu. Want een middel tegen vlooien doodt bijvoorbeeld niet alleen vlooien, maar ook andere insecten, en kan bovendien schadelijk zijn voor andere dieren als ze het binnenkrijgen in te hoge dosering. Let er daarom goed op wat je met resten en verpakkingen doet. Denk er ook aan dat resten van de middelen in haren of ontlasting van jouw dier kunnen zitten. Wees dus zorgvuldig:

- Gooi restjes, lege pipetjes of een oude vlooienband bij het Klein Chemisch Afval, niet bij het gewone huisafval.

- Is je dier behandeld met een middel tegen parasieten, laat zijn ontlasting dan niet in de natuur achter. Ruim het netjes op en gooi dit bij het restafval, niet in de GFT bak.

- Gooi geen haren van behandelde dieren in de natuur en geef het niet aan vogels voor hun nest.

- Laat je dier niet zwemmen voor een aantal dagen nadat hij behandeld is met een middel op de huid of na het omdoen van een nieuwe vlooien- en tekenband. Niet alleen spoelt het middel dan te snel af waardoor het niet goed werkt; het kan ook schadelijk zijn voor waterdieren. Draagt je dier een band tegen parasieten, doe die dan liefst even af als hij het water ingaat. Dat is beter voor de werking van de band en ook beter voor het waterleven.

- Let ook op je eigen gezondheid: was goed je handen nadat je een middel hebt toegediend en houd het buiten bereik van kinderen. Met kleine kinderen in huis is een band minder geschikt omdat ze die misschien vaak zullen aanraken.

 Bron: LICG (Landelijk Informatiecentrum gezelschapsdieren)

Terug naar overzicht